Door Heleen De Meyer
Naar aanleiding van het artikel “Laatste peiling schreeuwt: extreme partijen het populairst” uit de eerste editie van Kies Keurig, spraken we met politicoloog Senne Verbanck over de opkomst van de extreme partijen. Senne Verbanck beantwoordt onze vragen en analyseert welke impact de populariteit van het Vlaams Belang en de PVDA heeft op het politieke landschap.
Uit de voorlopige verkiezingspeilingen blijkt dat de extreme partijen enorm populair zijn. Zowel het Vlaams Belang (VB) als de Partij van de Arbeid (PVDA) groeien. Hoe verklaart u de populariteit van extreme partijen?
Senne Verbanck: Het is moeilijk om daar één reden voor te geven. De belangrijkste verklaring is dat ze erin slagen om mensen die ontevreden zijn met de politiek van vandaag aan te trekken. Ze profileren zichzelf als een alternatief voor de traditionele partijen. Het feit dat die partijen – op enkele lokale uitzonderingen van de PVDA na – nergens besturen, helpt ook om kritisch te zijn tegenover de andere politieke partijen.
Daarnaast gebruiken zowel het Vlaams Belang als de PVDA sociale media als campagnemiddel. Ik zag onlangs dat Tom Van Grieken (VB) en Raoul Hedebouw (PVDA-PTB) de meeste uitgaven aan advertenties op Meta spendeerden, met respectievelijk 266.172 euro en 204.066 euro in het jaar 2023. Enkel Bart De Wever (N-VA) komt met 136.088 euro in de buurt, terwijl alle andere politici minder dan 100.000 euro uitgaven aan sociale media.
Er wordt verwacht dat het Vlaams Belang in Vlaanderen de meeste stemmen zal behalen, en de PVDA-PTB in Brussel. Waarom is die grote kloof er volgens u? En welke gevolgen heeft dat voor de verkiezingen dit jaar?
Senne Verbanck: De verkiezingen in Brussel zijn niet zozeer van belang, het zijn vooral de verkiezingen in Vlaanderen en in Wallonië die bepalend zijn. In Brussel zijn er ongeveer vier partijen die tussen de 15 en 20 procent liggen. Het is bovendien de kleinste regio, waar dus niet zo veel zetels verdeeld worden. Het effect van een partij die 20 procent haalt, is dus niet zo groot.
Vlaanderen en Wallonië zijn dus beslissend. We zien daar dat het stemgedrag ver uit elkaar ligt. In Vlaanderen stemmen de mensen altijd al meer rechts, en in Wallonië meer links. In geval van ontevredenheid blijkt dan ook dat Vlamingen sneller extreemrechts stemmen en Walen sneller extreemlinks.
Ook zie je in Vlaanderen dat het Vlaams Belang hoge scores haalt in de peilingen en zo de N-VA onder druk zet om radicalere standpunten in te nemen. Omgekeerd zie je dat de PVDA-PTB in Wallonië druk uitoefent zodat de Parti Socialiste (PS) radicalere linkse standpunten moet aannemen. Dat leidt ertoe dat de traditionele partijen op vlak van standpunten meer richting de extremen worden getrokken, wat de regeringsvorming extra moeilijk maakt.
Het is dus duidelijk dat er een verschuiving van het centrum naar de uitersten van het politieke spectrum plaatsvindt. Is dat een normaal fenomeen of toch eerder uitzonderlijk?
Senne Verbanck: Dat is een moeilijke vraag. Het is niet zo dat de opkomst van de extremen enkel in België plaatsvindt. Het is een brede verschuiving, maar of die daarom ook blijvend is, weet ik niet. Ze dagen in elk geval de traditionele partijen uit. Het zal er dan ook in belangrijke mate van afhangen hoe die partijen daarop reageren.
