Aan de andere kant van ons land: de Oostkantons
Der “Prison”, eine “Camionette”, der “Trottoir”, het zijn begrippen die je hoort wanneer je in het oostelijke deel van België bent. In dat deel leeft er een Duitstalige minderheid. Maar zoals al uit de termen hierboven blijkt, ondergaat die Duitstalige minderheid een grote invloed van Wallonië. Daarnaast grenst het gebied ook nog aan onze buurlanden Nederland, Luxemburg en Duitsland, waar het ook door beïnvloed wordt. Wat is de impact van al die grensgebieden op het dagelijkse leven in de Oostkantons? Waar gaan de mensen werken of naar school? Wat leeft er in de regio? Wij gingen op onderzoek in Eupen, de belangrijkste stad in de Oostkantons.
Eupen doet allicht vooral een belletje rinkelen bij fervente voetbalfans. De voetbalploeg KAS Eupen speelt in de eerste klasse van het Belgische voetbal en gooit hoge ogen dit seizoen. Maar afgezien daarvan weet de gemiddelde Belg heel weinig over de stad en bij uitbreiding het hele Duitstalige deel van België. Hoog tijd dus om meer te weten te komen over onze “mysterieuze“ landgenoten. Alexander Miesen, voorzitter van het parlement van de Duitstalige Gemeenschap, geeft tekst en uitleg.
Tweetalig
Het merendeel van de inwoners in de Oostkantons is tweetalig: Duits- en Franstalig. Daar wordt in het onderwijs veel belang aan gehecht. Zo zijn er bijvoorbeeld tweetalige kleuterscholen. Vanaf het eerste leerjaar tot aan het einde van de studies krijgen de leerlingen Frans. Dat niet alleen onder de vorm van specifieke taallessen, maar ook via STEM-vakken (wetenschaps- en technologievakken) zoals fysica en aardrijkskunde. Ongeveer veertig procent van alle vakken kan in het Frans gegeven worden. Meerdere talen kennen is voor de inwoners van de Oostkantons een must, omdat ze geen universiteit hebben. Daarvoor moeten onze landgenoten naar anderstalige steden zoals Luik, Brussel, Namen of Leuven. Daarnaast steekt ongeveer 25 procent voor zijn studies de landgrens over, naar Duitse steden zoals Aken, Keulen en Trier.
Duaal onderwijssysteem
De Oostkantons zijn een heel welvarende regio: de economie is er stabiel en het werkloosheidscijfer schommelt er tussen zeven en acht procent. Aan de basis hiervan ligt de sterke middenstand: kleine ondernemingen in de hout-, metaalverwerkings- en handwerksector. Er geldt, net zoals in Duitsland, een duaal onderwijssysteem. Dat betekent dat de leerlingen op vijftienjarige leeftijd deels nog naar school gaan, deels al in een bedrijf werken. Het beroep wordt dus in de praktijk geleerd. Iedereen in dat systeem vindt binnen de zes weken een job. Maar er is ook een keerzijde van de medaille: door hun goede opleiding, hun behoorlijke kennis van het Frans en daarbovenop nog eens van het Platduits - wat heel erg op Luxemburgs lijkt - vormen de studenten uit de Oostkantons de ideale werkkracht voor Luxemburg. Daar krijgen ze bovendien meer betaald en het belastingsysteem is er gunstiger. Dat zorgt ervoor dat velen na hun opleiding naar Luxemburg trekken.
Landsvlucht
Daarnaast trekken de inwoners van de Duitstalige Gemeenschap ook naar Vlaanderen, Wallonië, Nederland en Duitsland om er hun boterham te verdienen. De regio ligt misschien aan de rand, maar eigenlijk bevindt ze zich ook in het centrum. In ongeveer een uur ben je in Keulen, Düsseldorf, Brussel, Luik, Luxemburg stad en Maastricht. Het is dan ook logisch dat velen naar daar trekken. Ruim 6600 van de 76 000 mensen gaan in Duitsland werken, 4000 in Luxemburg en dan is er ook nog een grote groep die in Wallonië werkzaam is. Ondanks die tendens blijven veel mensen in de Oostkantons wonen. Ongeveer 4000 mensen pendelen iedere dag gemiddeld drie uur naar hun werk. Onlangs nog werd een studie uitgevoerd naar het pendelgedrag van de inwoners en daaruit bleek dat de meesten in de Oostkantons blijven wonen, omdat de levenskwaliteit er heel hoog is. Er zijn veel voordelen aan de regio, zowel op intercultureel als linguïstisch vlak. Van een echte landsvlucht zoals in Duitsland is er dus geen sprake.
Tirol in België
Een andere tendens in de Oostkantons die opvalt, is het stijgende toerisme. De natuur is heel erg bepalend voor het toerisme. Zo is er de regio Burgrauland, die iets wegheeft van Zwitserland. Er zijn weliswaar geen bergen, maar er is wel prachtige natuur en een oude burcht. De natuur is dan ook een belangrijke trekpleister voor veel dagtoeristen. Fietsen, wandelen en skiën zijn er de hoofdattracties. Recentelijk werd er nog massaal geïnvesteerd in de infrastructuur. Zo werd de Ravel, een oude spoorweg, vervangen door fietswegen. Hierdoor kun je nu van Aken naar Luxemburg fietsen. De Oostkantons zijn topografisch heel lastig, maar dankzij die nieuwe fietswegen kun je gemakkelijk een vlak parcours volgen. Ook de privésector heeft massaal geïnvesteerd: hotels, vakantiewoningen en restaurants kregen een upgrade. Vooral de restaurants in de Oostkantons doen het goed.
Dassen afsnijden
Dit jaar wordt in Eupen tijdens de laatste week van februari carnaval op gang geschoten. Een echt volksfeest in al zijn glorie. Carnaval wordt gezien als hét culturele hoogtepunt en wordt niet zoals in Aalst gevierd, maar wel zoals in Keulen. Carnaval van de Rijn, blijkt deze invulling officieel te heten. Dat toont aan dat de Oostkantons niet alleen taalkundig, maar ook cultureel naar Duitsland neigen. De traditie wil dat zo’n Rijns carnaval begint op 11/11 om 11u11, de officiële start van het vijfde seizoen. Eerst is er Sitzungskarneval, waarbij de prinsen gekozen worden. Dat duurt tot de donderdag daarop, Altweiberdonnerstag, waarbij de vrouwen verkleed door de straten trekken, liederen zingen en de dassen van de mannen afsnijden. De rest van de week gaat het feest dan gewoon voort met muziek, bier en dans. Op zondag is er een stoet met carnavalswagens, waarop grote slogans prijken. Op woensdag, Achermittwoch (Aswoensdag), wordt dan traditioneel de carnavalsperiode afgesloten. De carnavalsperiode duurt dit jaar uitzonderlijk lang duurt, omdat Aswoensdag pas laat valt.
Media
Naast hun Duitse carnavalstraditie zijn er ook nog andere culturele gewoontes waarbij de inwoners zich meer aansluiten bij de Duitsers. Voorbeelden daarvan zijn hun mediagebruik en hun liefde voor Duitse voetbalclubs. De hoofdmedia-aanbieders in Eupen zijn de krant Grenzecho en voor de audiovisuele media BRF, das Belgische Rundfunk- und Fernsehzentrum (Het Belgische Centrum voor Radio en Tv). Grenzecho is de enige Duitstalige krant in België en bericht, in tegenstelling tot Waalse of Vlaamse kranten, over alles wat er in heel België gebeurt. Behalve die twee media worden vooral films, tv-shows en radioprogramma’s op Duitse zenders gevolgd. Ook de Duitse politiek en het voetbal worden er op de voet gevolgd. Veel inwoners zijn aanhangers van Duitse clubs zoals Köln, Bayern München en Borussia Dortmund. Toch heerst er ook een bepaalde trots voor onze Rode Duivels. Het WK in Rusland werd dan ook massaal bekeken en gevierd. Leuk weetje: Toen de Duitsers al vroeg uit het WK lagen, zijn veel mensen uit Aken naar Eupen gekomen om voor onze nationale ploeg te supporteren. Dat toont dat Oost-België een regio is die Europees een rol speelt.
Joke Van Hove, redacteur