Antoon Vandevelde: een ascetische filosoof op zoek naar het geluk
Geluk zou als een vlinder zijn, niet na te jagen, maar net op het moment dat je het niet verwacht, komt hij op je schouder zitten als een passant. Dan ben je gelukkig tot hij weer vertrekt. Al millennia lang proberen we het enigma van het welzijn te bevatten met filosofie, metaforen, de kunsten of wetenschap. Ook filosoof, econoom en emeritus professor Antoon Vandevelde (KUL) doet nog een poging met zijn boek ‘Filosofie van het Geluk’. “Wetenschappers die gaan filosoferen: daar gaan mijn tenen van krullen.”
© Raphael, De School van Athene, 1509-11. De antieke filosofie is een van de grote inspiratiebronnen voor Antoon Vandevelde.
“In boekenwinkels zie je soms hele tafels liggen met boeken over geluk. Als je niet de pretentie hebt iets te kunnen doen dat beter is dan hetgeen daar ligt, dan kan ik mijn tijd evengoed spenderen aan het omspitten van mijn tuin.” Ook nu hij zesenzestig en officieus op pensioen is, voelt Vandevelde nog de drang om zijn bedenkingen over het geluk neer te pennen. Hij laat zich inspireren door Alain Badiou, Martha Nussbaum, Jean-Paul Sartre en andere hedendaagse en antieke filosofen om het geluksoeuvre te kunnen aanvullen.
Dat ons leven gestuurd is door toevalligheden die ons deze of gene weg opsturen, weet ook Vandevelde. Zo is ook zijn boek mede vormgegeven door zijn eigen ervaringen met de breekbaarheid van geluk: “Het menselijk geluk is contingent. Wat er gebeurt in iemands leven kan positief of negatief uitdraaien. Ik heb een sterke gezondheid, maar leef al tien jaar met een vrouw die ziek is.” Hoe we kunnen omgaan met de vergankelijkheid van geluk, en het leven tout court, moet ooit in het boek terecht komen. Of dat voor juni zal zijn, wanneer de release gepland staat, is nog maar de vraag nu de gezondheid van zijn vrouw sterk achteruit gaat. Toch steekt Vandevelde meteen van wal met zijn conceptie van geluk. Onverstoorbaar praat hij door, zoals het een ware filosoof betaamt.
Wat spoorde u aan om een boek over geluk te schrijven?
Vandevelde: “Quasi iedere filosoof houdt zich op een gegeven moment bezig met de grote levensvragen. Ik heb me altijd voornamelijk gefocust op politieke en economische filosofie, maar ook op onderzoek naar de theorie van rationaliteit. Mijn vraag is dus of je met rationaliteit iets kan doen met betrekking tot die grote levensvragen. Steeds meer wetenschappers beginnen de laatste tijd het geluk te analyseren. Die doen dat met empirische methodes en vragenlijsten, maar ook zij gaan soms filosoferen. Daar beginnen mijn tenen meestal van te krullen: dat zit er meer naast dan erop. Dat is hetgeen waartegen ik me vooral wil afzetten in mijn boek.”
Welke fouten maken ze dan?
Vandevelde: “Ze gaan heel vaak uit van een hedonistische opvatting van geluk. In die opvatting is geluk zo veel mogelijk leuke ervaringen hebben en plezier maken in het leven. Dat is ook waar mijn studenten meestal spontaan aan denken bij geluk. Ik leg dan uit dat dat een misvatting is. Ik ben een Aristoteliaan. Aristoteles zegt: je moet je laten leiden door het intrinsieke doel van je activiteiten. Een arts probeert zijn patiënten te genezen, een boer probeert goed voedsel te maken en een architect probeert een goed huis te bouwen.”
"Het geluk is meer dan alleen een leuke ervaring hebben”
“De perversie bestaat er dan in dat een arts zijn patiënten ziek zou houden bij wijze van spreken om er meer geld aan te verdienen. Geld, eer en macht zijn motivaties die mensen wegdrijven van het intrinsieke doel van een activiteit. Een gelukkig mens bij Aristoteles is dus iemand die doet wat hij moet doen. Het plezier krijg je er dan bovenop als je iets zinvol doet. Het probleem zit hem er vooral in dat wetenschappers het subjectieve geluk zullen meten: hoe mensen zelf hun geluk inschatten.”
MORELE PLICHT
Je gelukkig voelen is dus niet genoeg?
Vandevelde: “Je goed in je vel voelen is natuurlijk wel een belangrijke component van geluk. Maar de filosoof wandelt als Socrates door de straten, ziet daar al die mensen die pretenderen dat ze gelukkig zijn en vraagt dan: “is dat het nu echt?”. Het geluk is dus iets meer objectief dan alleen een leuke ervaring hebben. Voor Aristoteles is geluk veeleer een activiteit dan een gevoel. Hij vindt dat we een morele plicht hebben tegenover onszelf om het beste van onszelf te maken en onze capaciteiten ten volle te gebruiken en ontwikkelen. Die conceptie geeft een individuele opdracht aan mensen, namelijk: probeer je capaciteiten ten volle te ontwikkelen, laat je niet zakken in de goot, geef je niet over aan alcoholisme of consumentisme. Dat is de foute weg.”
Is de grote uitdaging voor de mens dan niet dat hogere doel vinden? Er zijn veel mensen die eigenlijk helemaal niet weten wat ze willen doen met hun leven.
Vandevelde: “Ja, je hoopt natuurlijk altijd voor je kinderen dat ze ergens door gegrepen worden. Dat ze iets vinden waarvoor ze zich willen inzetten. We zijn gewend aan het consumentisme: eens zoeken langs hier, eens zoeken langs daar. Terwijl een gelukkig leven juist de band vinden is met zinvolheid, richting hebben in je leven. Ik wil sportvrouw worden. Ik wil filosoof worden. Ik wil een uitstekende journalist worden. Uiteraard moet je heel hard oefenen om heel goed te worden in iets. Herbert Simon, een specialist in artificial intelligence zegt dat je tien jaar dag en nacht moet oefenen om ergens heel goed in te worden.”
“Je hebt natuurlijk altijd het risico om grandioos te mislukken in je doel. Je hebt de angst dat als je aan iets werkt en het je niet lukt, dat je daar ongelukkig van zal worden. Sommige mensen zeggen dan meteen: ik wil liever niet verliefd worden, want dan zal ik gekwetst worden. Ik wil liever geen kinderen, want die kinderen kunnen onder een auto belanden of aan de drugs raken. Maar ik denk dat als je engagementen weigert uit vrees voor mislukking, je een plat, saai en onaantrekkelijk leven zal leiden. Je moet ergens voor gaan en waarvoor je gaat, zal de moeite waard zijn om voor te leven. Er zijn duizend zinvolle levenswijzen. Je moet het optimisme hebben om het te proberen. Uiteindelijk is een gelukkig leven waar iemand probeert, zelfs als die mislukt.”
TIEN KILOMETER HARDLOPEN
Sinds kort is er een Schepen van Geluk in verschillende gemeentes. Kan de overheid ons gelukkiger maken?
Vandevelde: “De overheid kan zeker iets doen. Die kan de maatschappij in staat stellen hun capaciteiten ten volle te ontwikkelen. De wetenschap toonde al aan dat geld geven aan mensen die heel arm zijn, mensen gelukkiger maakt. Het werkt niet in de omgekeerde richting: mensen worden niet gelukkiger als ze meer geld hebben dan andere. Het gaat om die mensen die hun schulden niet kunnen afbetalen, die heel arm zijn. Een sociale economie waarin kinderarmoede bestreden wordt en waar geïnvesteerd wordt in onderwijs voor iedereen heeft gelukkigere burgers.”
"Ik ben de meest ascetische mens die je je kunt voorstellen”
“Wat mensen dan weer ongelukkig maakt, is die hele grote flexibiliteit die werkgevers steeds vaker vergen van hun werknemers. De meeste mensen hebben nood aan stabiliteit. Een 24-uurseconomie, waar mensen misschien wel meer geld mee zouden verdienen, is niet wenselijk. In België bewaken we nog meer dan andere landen dat dat soort economie er niet komt. Je zou misschien wel ’s nachts naar de winkel kunnen gaan, maar wat ze niet zien, is dat de tijd voor gemeenschap zo stiekem verdwijnt. België is al rijk en meer geld maakt mensen niet meer gelukkig. Meer ruimte voor een sociaal leven dan weer wel.”
In hoeverre bepaalt economie ons geluk?
Vandevelde: “De flexibiliteit, die grote ontslagen: dat maakt mensen ongelukkig. Het gevoel hebben dat je bij het grofvuil gezet wordt, wordt wel degelijk als een probleem ervaren. In onze tijd moet je ook iets meer leven met onzekerheid. We waren in Europa het centrum van de wereld, maar dat is niet meer zo en dat zal ook niet meer komen. We worden een kleine minderheid in de wereld en veel mensen voelen dat als een bedreiging aan.”
Kan je jezelf beschermen tegen die onzekerheid?
Vandevelde: “Ik denk dat een gelukkig mens iemand is die meerdere dingen doet in zijn leven. Een mens is gelukkig in verschillende dimensies. Als je al je geluk op één ding inzet, zoals je carrière bijvoorbeeld, dan ben je heel kwetsbaar. Een voetballer die maar één ding doet en een blessure krijgt, heeft een groot probleem. Maar de mens probeert overeen te komen met zijn vrouw en kinderen, een persoonlijk leven te hebben, zich op de hoogte te stellen van het nieuws en deel te nemen aan het publieke leven. Ik zeg altijd dat je ’s morgensvroeg je dag moet beginnen met een fysieke oefening en je je dag moet eindigen met het lezen van poëzie of filosofie. Dus je dag eindigen met iets dat niet per se nuttig is. Als je je geluk niet afhankelijk maakt van één ding, maar in verschillende dimensies, ben je minder kwetsbaar. Als het tegenslaat in één dimensie, heb je nog andere.”
Dat vergt wel wat discipline.
Vandevelde: “Ik ben de meest ascetische mens die je je kunt bedenken. O ja, het is zo. Ik begin mijn dag met tien kilometer hardlopen, zo hard als ik kan.”
U hebt zichzelf nog nooit vervloekt daarvoor?
Vandevelde: “Ja, toch wel. Ik ben nu wel een beetje ouder. Ik probeer een dag te lopen en een dag niet, maar ik moet me inhouden want anders loop ik die dag ertussen ook.”
“Soms maak ik ook onderscheid tussen plezier, geluk en vreugde. Voor vreugde gebruik ik de definitie die Sartre ooit gegeven heeft: ‘le sentiment d’existence’. Een verheven bestaansbewustzijn. Dat is ook gemengd met dankbaarheid: dankbaarheid omdat ik er mag zijn. Het is genieten van het pure feit dat je er bent. Je staat ’s morgens op, de vogels fluiten, de beesten staan hier in de opgaande zon en ik sta er tussen. Ik geef water aan mijn beesten en ik denk ‘kijk eens hier, hoe schitterend dit is’.”