©Unsplash
“C’est foutu.” Zo hoopvol begon advocaat Eric Gillet zijn pleidooi op 16 maart 2021 voor de Klimaatzaak, het proces van elf eisers en bijna zestigduizend mede-eisers tegen de vier overheden van het land. Vzw Klimaatzaak eist dat de rechtbank de federale, Vlaamse, Waalse en Brusselse overheden verplicht om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, met minstens 42 procent tegen 2025 en met minstens 55 procent tegen 2030 ten opzichte van 1990. Kunnen de rechters het klimaat helpen redden?
Analyse - Klimaat
Toen de Klimaatzaak in 2015 van start ging, had de CO2-concentratie in de atmosfeer zopas een historische drempel overschreden. Eén miljoen luchtdeeltjes bevatte toen 400 deeltjes koolstofdioxide, en bereikte daarmee het hoogste niveau in de afgelopen drie miljoen jaar.
Nu het proces eindelijk is begonnen, zes jaar later, staat de teller al op 417 parts per million of ppm. De atmosfeer wordt grimmiger. Bij 450 ppm bereiken we twee graden opwarming, de kritische grens van een onomkeerbare klimaatverandering. Wetenschappelijke studies tonen aan dat alle massa-extincties plaatsvonden bij een concentratie van duizend ppm, een niveau dat we binnen honderd jaar kunnen bereiken als we zo doorgaan.
“Dit is geen schending van de scheiding der machten. In een rechtsstaat moet de overheid zich ook houden aan de wet”
“Het huidige klimaatbeleid draagt rechtstreeks bij tot een zeer gevaarlijke klimaatverandering, die nefast zal zijn voor de leefomgeving en de gezondheid van de verzoekers”, staat te lezen in de dagvaarding van vzw Klimaatzaak. De eisers willen de overheden laten veroordelen tot een dwangsom van een miljoen euro per maand als ze de uitstootdoelstelling niet halen, en daardoor hun verbintenissen uit het Klimaatakkoord van Parijs niet nakomen.
In de afgelopen jaren hebben burgers in Nederland, Frankrijk en Ierland met succes gelijkaardige rechtszaken aangespannen tegen het lakse klimaatbeleid van hun overheden. Telkens dook het schijnbare dilemma op over bevoegdheden en de scheiding der machten. Kan de rechterlijke macht de uitvoerende macht tot de orde roepen, als die nalaat de burgers te beschermen tegen de gevaarlijke gevolgen van klimaatverandering?
In de Belgische Klimaatzaak voeren de overheden aan dat klimaatbeleid een zaak is van de politiek, niet van een rechter. “De rechter is verplicht de beoordelingsbevoegdheid van de overheid te eerbiedigen. De publieke autoriteiten mogen dus zelf beslissen welke beslissingen het meest wenselijk zijn”, zo klonk de argumentatie van het Waals gewest.
Het argument dat rechters zich te veel bezighouden met politiek, werd ook in de Urgenda-zaak in Nederland aangehaald. De rechter veegde dat van tafel: “Dit was geen schending van de scheiding der machten. In een rechtsstaat moet de overheid zich ook houden aan de wet”. Als de overheid een beleid voert dat de burgerrechten in gevaar brengt, zoals in het geval van de klimaatcrisis, kan de rechter wel optreden. Hoe de uitstoot moet teruggedrongen worden, dat is politiek, en het is de taak van de volksvertegenwoordigers om dat beleid in te vullen. Maar dat de uitstoot moet worden teruggedrongen, dat viel in de Urgenda-zaak niet te betwisten. De Nederlandse burgers kregen gelijk, en de rechter verplichtte de overheid om haar beleid aan te scherpen.
Wereldwijd ijveren meer en meer advocaten voor het klimaat en gebruiken ze het wetboek om op de barricaden te staan
Advocaat Roger Cox, die de Urgenda-zaak in Nederland bepleitte, gelooft in een revolutie met recht: “Rechters moeten de wetenschappelijke feiten serieus nemen en nalatige regeringen dwingen om doortastende maatregelen te nemen”. Intussen zijn er al klimaatzaken aangespannen in meer dan 28 landen. Wereldwijd komen meer en meer advocaten in actie voor het klimaat. Ze ijveren voor een revolutie met het recht en gebruiken het wetboek om op de barricaden te staan. Ze wijzen niet alleen staten op hun verantwoordelijkheden, maar zetten het wetboek ook in tegen grote oliebedrijven en bedrijven die aansprakelijk zijn voor ecocides.
Als de Belgische federale overheid zich deze week in het proces verweerde door te verklaren dat “Publieke autoriteiten niet de eerste verantwoordelijken zijn in het kader van klimaatbeleid”, schuift ze de hete aardappel door naar de burgers. “Het is enkel omdat burgers hun verantwoordelijkheden niet nakomen dat er een beroep wordt gedaan op publieke autoriteiten”, argumenteerde ze nog.
“Een vleestaks invoeren of de maximumsnelheid op autowegen verlagen, heeft meer effect dan aan burgers te vragen om vaker vegetarisch te eten of vrijwillig langzamer te rijden”
Zijn we dan allemaal schuldig en moeten we allemaal bijdragen aan een oplossing? In zijn boek Een beter milieu begint niet bij jezelf, schrijft Jaap Tielbeke dat dit soort rechtszaken juist kunnen breken met dat idee. "Overheden hebben een andere verantwoordelijkheid dan consumenten. Parlementariërs maken wetten waaraan onderdanen en bedrijven zich moeten houden. Met een pennenstreek kunnen zij een vleestaks invoeren of de maximumsnelheid op autowegen verlagen. Dat heeft meer effect dan aan burgers vragen om vaker vegetarisch te eten of vrijwillig langzamer te rijden", redeneert hij.
Nu de pleidooien in de zittingen van de klimaatzaak achter de rug zijn, is het wachten tot de zomer op het oordeel van de rechtbank. Maar ook zonder een veroordeling zal België moeten bijbenen. Het Europese klimaatbeleid stelde vorig jaar een uitstootdaling van 55 procent tegen 2030 voorop. Het staat vast dat de Belgische staat deze doelstelling moet volgen.
door Annabel Meuleman