Er zijn verschillende redenen waarom mensen ervoor kiezen om hun thuisland te verlaten: oorlog, geweld, liefde, armoede... Mensen laten vaak alles achter op zoek naar een beter bestaan. Maar immigreren naar een nieuw land is niet eenvoudig. Asiel aanvragen zorgt voor onzekerheid en stress bij veel nieuwkomers. Asielprocedures kunnen jaren duren en mentaal slopend zijn, omdat er nooit een garantie is op een verblijfsvergunning. Terwijl nieuwkomers die procedures ondergaan, proberen ze zich aan te passen aan een nieuwe omgeving en een nieuwe taal. Die aanpassing gaat gepaard met veel moeilijkheden.
Lusine verliet in 1995 Armenië om naar België te komen. Ze was toen 24 jaar en zwanger van haar eerste kind. Samen met haar man maakte ze een lange reis met de trein van de Armeense hoofdstad Yerevan naar Antwerpen. Armenië maakte vroeger deel uit van de Sovjet-Unie, maar toen de staat uit elkaar viel begon de chaos in bijna alle ex-deelrepublieken. Armenië was geen uitzondering, want bovenop de economische en politieke chaos kwam een verwoestende aardbeving en een oorlog met buurland Azerbeidzjan. Het leven in haar geboorteland werd erg moeilijk en daarom besloten Lusine en haar echtgenoot om naar België te komen. Oorspronkelijk gingen ze hier tijdelijk blijven, tot de situatie thuis weer een normaal leven toeliet. Maar 27 jaar later woont Lusine hier nog steeds, en noemt ze België haar thuis. Ze zegt dat het geschikte moment om terug te keren er nooit is gekomen. Ondertussen heeft ze ook twee kinderen die hier school hebben gelopen, wat de keuze om terug te keren moeilijker maakte. Uiteindelijk heeft ze met haar gezin beslist om te blijven, onder andere omdat de politieke situatie in Armenië niet verbeterde. Van die keuze heeft ze geen spijt, want België heeft haar kinderen meer kansen geboden, zegt ze.
Het moeilijkste aan verhuizen naar een onbekend land is het gebrek aan een sociaal netwerk, vertelt Lusine. ‘Plots sta je er alleen voor. In 1995 was het veel moeilijker om aan informatie te komen over hoe je bijvoorbeeld asiel aanvraagt. We waren volledig afhankelijk van hulpverleners en advocaten die we eigenlijk niet eens verstonden. Je voelt je daardoor soms hulpeloos.’ De Armeense diaspora was hier toen nog niet zo talrijk aanwezig, in tegenstelling tot nu. Naar schatting wonen in België meer dan 50 000 mensen van Armeense afkomst. In het begin zorgde de taalbarrière voor veel onzekerheid.
Een paar weken na haar aankomst moest Lusine bevallen in een Belgisch ziekenhuis. Dit vond ze beangstigend, omdat ze toen geen Nederlands sprak. Maar ondanks de taalbarrière heeft ze uiteindelijk een fijne ervaring gehad, vertelt ze. ‘De zorgverleners waren ongelofelijk behulpzaam en lief. Ze hebben hun best gedaan om mij zo goed mogelijk te helpen. ‘Vroeger waren mensen in Antwerpen meer verdraagzaam tegenover nieuwkomers dan nu. Naarmate er meer immigranten naar België kwamen, merkte ik wel dat die houding veranderde Dat kan ik ergens wel begrijpen. Maar toch vind ik het jammer.’
Niet alleen de administratie voor een verblijfsvergunning was moeilijk, maar ook het integratieproces was een uitdaging. Armenië verschilt op cultureel vlak enorm van België. Het was een andere mentaliteit en manier van leven die zij niet gewoon was. Dankzij de taallessen en integratiecursus die haar werd aangeboden is ze toch gewend geraakt aan de nieuwe omgeving. Ook aan die cursussen heeft ze heel fijne herinneringen. De lessen boden haar de kans om zich makkelijker aan te passen, vertrouwd te raken met België en mensen zoals zij te leren kennen.
Ook Suzanna is een van de vele mensen die na het einde van de Sovjet-Unie naar België zijn verhuisd. Suzanna is afkomstig uit Charkov, Oekraïne. Charkov is in de afgelopen maand grotendeels verwoest door de oorlog met Rusland. Haar zus is vorige week samen met haar baby in België aangekomen, maar haar ouders weigeren te vertrekken, uit principe. Suzanna vertelt me dat ze te trots zijn, en door hun leeftijd geen zin hebben om te vluchten. Hoewel Suzanna in 1998 op 25-jarige leeftijd besliste om Oekraïne te verlaten, had ze niet gedacht dat haar land ooit in deze situatie zou terechtkomen. Ook zij is net zoals Lusine vertrokken uit haar geboorteland door de economische en politieke chaos die daar heerste. Samen met haar echtgenoot en dochter, die toen nog maar 3 jaar oud was, verliet ze Oekraïne op zoek naar een stabieler bestaan in een land waar het leven minder onvoorspelbaar en onzeker was.
Het gezin van Suzanna kwam bij hun aankomst in het asielzoekerscentrum van Yvoir terecht. Later verhuisden ze naar Antwerpen. Hier leerde Suzanna Lusine kennen, tijdens een integratiecursus. Omdat Lusine en Suzanna beiden Russisch hadden geleerd op school, verstonden ze elkaar. Door hun gelijkaardige situatie ontstond al snel een hechte vriendschap tussen de twee vrouwen, die tot vandaag standhoudt. ‘Lusine woonde hier al iets langer, dus zij heeft mij veel geholpen met al die procedures. Het voelde goed om iemand te hebben die hetzelfde had meegemaakt als ik. We begrepen elkaar gewoon’, vertelt Suzanna. Het moeilijkste aan haar verhuis vond zij de onzekerheid die kwam kijken bij een asielaanvraag. Suzanna heeft jaren gewacht op een verblijfsvergunning. Een ambtenaar had ergens een fout gemaakt, waardoor de procedure veel langer heeft geduurd dan nodig. Ze probeert er niet te veel aan te denken, want dan wordt ze kwaad. ‘Jarenlang in onzekerheid leven zorgt voor veel stress, bovenop alle andere dingen. Gelukkig waren we toen jong en hadden we veel geduld en doorzettingsvermogen.’ Suzanna zegt dat ze nu de energie niet meer zou hebben om al die moeilijkheden te overwinnen. Ze is blij dat de Belgische regering Oekraïense vluchtelingen nu zo hartelijk verwelkomt en dat haar zus zich tenminste geen zorgen moet maken om een asielprocedure. De situatie is al moeilijk genoeg. Door de oorlog maakt ze zich veel zorgen om haar ouders en de situatie in haar geboorteland. Het is jammer genoeg opnieuw bang afwachten voor Suzanna en haar familie.
Ook Idil, een 21-jarige student interieurarchitectuur uit Turkije, is een paar jaar geleden in België komen wonen. Ze is in 2011, op 11-jarige leeftijd, samen met haar moeder naar België gevlucht. Enkele weken later is ook haar vader gevolgd. Idil is etnisch Koerdisch en haar familie uitgesproken links. Vooral dat laatste zorgde ervoor dat ze bedreigd werden in Turkije. Officieel kwam die dreiging niet vanuit de overheid, maar Idil denkt dat ze er wel iets mee te maken had. Omdat veilig leven in Turkije niet meer mogelijk was om politieke redenen, zijn ze naar België gevlucht. Idil was toen nog jong en daardoor besefte ze nog niet goed wat hen te wachten stond. Voor Idil was het heel moeilijk om zich aan te passen aan een nieuwe school. Eerst heeft ze twee jaar Nederlands geleerd in een onthaalklas voor anderstalige nieuwkomers (OKAN). Daar was ze een van de jongsten, waardoor ze het gevoel kreeg dat ze zich volwassener moest gedragen. Daarna is ze naar een gewone middelbare school gegaan, maar ook dat was moeilijk omdat ze opnieuw in een volledig nieuwe omgeving terechtkwam.
Toen haar oma overleed in 2013, konden ze niet terug naar Turkije omdat hun asielprocedure nog niet was afgerond. Dit was enorm zwaar voor haar, aangezien ze geen afscheid heeft kunnen nemen. In 2018 is Idil eindelijk eens teruggekeerd naar Turkije om haar familie te bezoeken. Hoewel ze blij was om hen te zien, besefte ze toen dat haar ouders de juiste keuze hebben gemaakt. Volgens Idil wordt het leven in Turkije steeds moeilijker en gaat het land achteruit op politiek en economisch vlak.
Voor Idil en haar ouders verliep de asielprocedure moeizaam. Procedurefouten zorgden voor de administratieve chaos, die ook Lusine en Suzanna hebben meegemaakt. Volgens Idil werden er aan de lopende band kleine administratieve foutjes gemaakt, waardoor ze op een bepaald moment zelfs als jongen en met een foute geboortedatum geregistreerd stond. Ook voor hen was dit en grote bron van frustratie. In Turkije houden mensen zich ook veel minder aan regels en procedures dan hier. Dat was voor Idil en haar ouders ook een grote aanpassing.
Idil en haar ouders konden rekenen op steun van twee ooms die hier al langer woonden. Ook zij waren net zoals haar gezin omwille van de politieke situatie gevlucht. Hoewel er een grote Turkse gemeenschap is in België, zoekt ze er weinig contact mee. ‘Turkije loopt 100 jaar achter, maar de Turkse gemeenschap hier lijkt zelfs 200 jaar achter te lopen’, zegt ze. Ze vindt dat veel Turken te extremistisch denken, maar dat vindt ze ook van de Koerdische gemeenschap. Zij gelooft dat de verschillende gemeenschappen met elkaar zouden moeten leven, in plaats van zich zo vijandig op te stellen tegenover elkaar. Omdat ze uit een redelijk progressief gezin komt, voelt ze zich niet echt verbonden met de Turkse gemeenschap, die volgens haar op een heel andere manier denkt. ‘Soms voel ik me wel eenzaam, maar eigenlijk zijn wij dat al gewend. In Turkije was het ook zo. Daar werden wij ook gezien als buitenstaanders.’
Voor Idil was naar België komen dus iets positief. Ze is blij dat ze niet meer in Turkije woont, want volgens haar gaat het steeds de verkeerde richting op. Ze is van mening dat er veel ontevredenheid is bij de Turkse bevolking, maar dat mensen te bang zijn om iets te doen. Ondertussen noemt ze België haar thuis.
Geschreven door Elisabeth Paslikyan