
Door Tom Weekers
Hoe de samenleving met drugs moet omgaan, blijft een veelbesproken onderwerp in het politieke debat. Het omvangt de middelen, het gebruik, de handel, de sociale omkadering en nog veel meer. Hoe een drugsbeleid eruit kan zien, is intrinsiek verbonden met de normen en waarden van de partij.
Crimineel verslaafd
Al decennialang voeren politieke partijen een ideologische discussie over het bestrijden of (beperkt) toestaan van drugs. Het drugsbeleid vertaalt zich in een wereldbeeld over veiligheid en omgaan met verslavingen.
Verslavingen zijn onlosmakelijk verbonden met de drugscriminaliteit, waarmee grootsteden als Antwerpen en Brussel dagelijks moeten omgaan. Denk maar aan de recente geweerschoten rond het station Brussel-Zuid. Bewoners van de wijk en passanten worden geconfronteerd met de brutaliteit waarmee drugsbendes hun territorium verdedigen.
Het drugsbeleid past binnen een breder kader van standpunten over andere verslavingen als alcohol, gokken en medicijnen. Omdat de drugsproblematiek samenhangt met andere beleidstakken, zijn partijen onderverdeeld in twee groepen op basis van hun aanpak. Partijen die streng zijn tegenover het gebruik van drugs betrekken het graag op veiligheid en criminaliteit. Progressieve partijen leggen eerder de nadruk op verslavingszorg en sensibilisering. In Vlaanderen zijn er drie partijen (N-VA, Vlaams Belang en cd&v) die niet openstaan voor het legaliseren van drugs vier partijen (PVDA, Vooruit, Groen en Open VLD) wel.
Hellhole
Voormalig Amerikaans president Richard Nixon introduceerde in de jaren ’60 de war on drugs werd als reactie op de stijging van recreatief druggebruik. Sindsdien is de term nog altijd populair bij menig (ideologisch rechts) politicus. N-VA-voorzitter en Antwerps burgemeester Bart De Wever voert al jaren een war on drugs aan de Antwerpse haven.
De haven is een punt waar veel drugs vanuit Zuid-Amerika naar het Europese vasteland worden geïmporteerd. Het standpunt van N-VA over drugs is simpel: ‘voorkomen waar kan, helpen waar nodig en bestraffen waar moet’. Er ligt meer gewicht op het bestraffen (‘moet’) dan het voorkomen (‘kan’). Producenten, dealers en importeurs moeten hard aangepakt worden en van gedoogbeleid is geen sprake. Verwacht dus geen coffeeshop op de Meir.
Cd&v verzet zich ook tegen de legalisering van drugs. De christendemocraten focussen op preventie(campagnes) en repressie, maar hebben ook oog voor zorgmogelijkheden voor verslaafden. Zij moeten kunnen rekenen op (online) hulpverlening in een huiselijke setting.
Zowel cd&v als Vlaams Belang hebben ideeën klaarliggen om drugsgeweld en georganiseerde misdaad te bestrijden. De christendemocraten willen federale politie en douanediensten versterken, investeren in innovatieve scanners en detectietechnieken en samenwerken met zowel de voornamelijk Zuid-Amerikaanse bronlanden van drugs als de EU-landen.
De rechtsextremisten willen meer blauw op straat, cocaïnegebruikers monsterlijk beboeten en het detectiebeleid in de haven van Antwerpen aanscherpen. Filip Dewinter (Vlaams Belang) noemde Brussel onlangs nog een hellhole (ref. Donald Trump in 2016), in het licht van de recente schietpartijen. Zo een benoeming impliceert een duidelijk partijstandpunt.
Overheidsdealer
Voor de extreemlinkse PVDA maakt de legalisering van cannabisproductie, -verkoop en -gebruik net deel uit van een menselijker beleid om met drugsverslavingen om te gaan. In hun verslavingsbeleid werken ze een zes stappenplan uit, dat andere vormen van middelenmisbruik impliceert, bijvoorbeeld alcohol. Het plan bevat zowel vormen van repressie, door buurtpolitie in te zetten als begeleiding, dooropvangcentra en gebruiksruimtes voor verslaafden te ondersteunen. Met andere woorden: volgens de PVDA reguleert de overheid best de productie en verkoop van cannabis in het bijzonder. Over de regulatie van andere drugs vermelden ze niets expliciet.
Vooruit-politica Jinnih Beels gaat daarmee akkoord: regulering dwarsboomt namelijk de illegale handel van drugbendes. Maar zij gaat nog een stap verder. Beels wil het bezit en gebruik van alle drugs uit het strafrecht halen. Volgens haar zet legaal gebruik aan tot gecontroleerd gebruik. Boetes daarentegen leiden niet tot gedragsverandering.
Spuitenruil
Groen is ook voorstander om bepaalde middelen (cannabis) te reguleren maar benadrukt de noodzaak van een sterke repressieve aanpak. De partij pleit voor meer douanecontroles, voldoende scanapparatuur in de Antwerpse haven en een strenge veroordeling van grote drugdealers. In haar pleidooi voor zorg aan verslaafden heeft Groenvier initiatieven in gedachten: drugsverslaafden huisvesten, gebruikersruimten inrichten, een spuitenruil (gebruikte spuiten inruilen voor steriele naalden), en methadonverstrekking (wanneer heroïneverslaafden een nieuwe start willen maken).
Open VLD wil cannabis legaliseren als deel van een alomvattend verslavingsbeleid. Verslavingen bestrijd je volgens Maggie De Block (Open VLD) door samen te werken met alle betrokken diensten en hulpverleners. Samen zetten ze in op repressie, een afbreekpatroon en preventie. Minister van Justitie Paul Van Tigchelt (Open VLD) is verantwoordelijk voor de aanpak van georganiseerde drugscriminaliteit. Drugs, legaal of niet, maken onlosmakelijk deel uit van de samenleving. Hoe jij wil dat ermee wordt omgegaan, bepaal jij mee met je stem.