Door Kobe Schaek
In België staan dit jaar de nationale en Europese verkiezingen op de agenda. Hoewel alle volwassen burgers van de Europese Unie die dag naar de stembus trekken om het Europese Parlement samen te stellen, vallen de nationale verkiezingen van die landen niet samen. We werpen een blik op de afgelopen Duitse, Franse en Nederlandse verkiezingen om te zien hoe de jongeren in onze drie buurlanden stemden.
9 juni trekken de Belgen naar de stembus voor de nationale verkiezingen. Ruim een half jaar na de Nederlanders, twee jaar na de Fransen en drie jaar nadat de Duitsers hun federale parlement voor het laatst verkozen. Als het stormt bij onze grote buren druppelt het meestal bij ons. We gaan na wat er zich de afgelopen jaren politiek heeft afgespeeld in onze buurlanden.
Duitse jeugd wil verandering
De Duitse jongeren trokken in 2021 voor het laatst naar de stembus en worden daar volgend jaar opnieuw verwacht. Zij zullen dan het parlement, de wetgevende macht, verkiezen. Op basis van die uitslag moeten de verkozen parlementsleden een meerderheid zien te vinden, die vervolgens de bondskanselier, het equivalent van de premier, aanduiden. Uit de resultaten van 2021 bleek dat voor de jongeren van 18 tot 24 jaar migratie en klimaat belangrijke onderwerpen zijn, net zoals in België. De Groenen en de liberalen van de Freie Demokratische Partei (FDP) waren de populairste partijen onder hen, gevolgd door de linkse Sozialdemokratische Partei Deutschlands (SPD), die de verkiezingen wonnen. Desondanks sprong het verlies van de Traditionspartei CDU/CSU (Christlich Demokratische Union Deutschlands/Christlich-Soziale Union) in het oog. Bij de jongste groep stemmers moest de partij van toenmalig bondskanselier Angela Merkel een verlies van 14 procent verkroppen ten opzichte van vier jaar eerder. Het zorgde ervoor dat niet CDU/CSU-kandidaat Armin Laschet, maar SPD’er Olaf Scholz haar opvolgde als machtigste persoon van Duitsland.
De open democratie van Frankrijk
Frankrijk, het land van de vrijheid, gelijkheid en broederschap. In het land van de pain, vin en boursin hebben de Frans burgers de meeste inspraak. Zij worden om de vijf jaar in het stemlokaal verwacht om een nieuw parlement en, sinds de Tweede Wereldoorlog ook, een president te verkiezen. De Franse president weegt op het buitenlandse beleid, heeft invloed op de wetgevende macht en is leider van het leger. Diewordt rechtstreeks verkozen,is bijgevolg geen resultaat van coalitie-onderhandelingen, kiest de premier van het land en kan het parlement op ieder moment ontbinden. De president heeft dus veel macht, maar moet wel rekening houden met hoe de burgers het parlement samenstellen.
Het laatste Franse stemjaar, 2022, werd bekend als het jaar dat maar liefst 28 procent van de jongeren voor de parlementsverkiezingen thuisbleven en 41 procent van de jongeren voor de presidentsverkiezingen. Zij die toch hun stem lieten horen stemden op de uitersten van het politieke spectrum. Het was een teken van protest tegen de politieke machthebbers. 31 procent van de 18 tot 24-jarigen stemde op de uiterst linkse Jean-Luc Mélenchon (France Insoumise, FI), 26 procent op de uiterst rechtse Marine Le Pen (Rassemblement National, voorheen Front National, FN). De winnaar van de presidentsverkiezingen, Emmanuel Macron (Renaissance, voorheen La République En Marche, LREM), won 20 procent van de jeugd voor zich. Macron wist uiteindelijk het duel met Marine Le Pen te winnen en zichzelf op te volgen als Frans president, maar zag de verdeeldheid rond zijn persoon twee maanden later vertaald in tegenvallende parlementsverkiezingen waarbij hij er zijn absolute meerderheid zag verdwijnen. Dit werd mede mogelijk gemaakt door de jonge stemmers waarvan 43 procent extreemlinks en 23 procent extreemrechts stemde ten opzichte van 13procent voor de coalitie, het Ensemble, van Macron.

Veel Nederlandse jongeren zien rechts zitten
Het Nederlandse kiessysteem is vergelijkbaar met dat het Belgische. Ze kiezen om de vier jaar een nieuw parlement. Als de regering echter valt, zoals die onder leiding van de rechts-liberale premier Mark Rutte (Volkspartij voor Vrijheid en Democratie, VVD) in 2022, worden deze verkiezingen vervroegd. De Nederlandse jongeren werden op 22 november vorig jaar in het stemhokje verwacht, maar ook onder onze Noorderburen kwam lang niet iedereen daar aan. De opkomst van de stemmers tussen 18 en 24 jaar daalde met zeven procentpunten ten opzichte van de verkiezingen in 2021. De uiterst-rechtse Partij voor de Vrijheid (PVV) van lijsttrekker Geert Wilders won de parlementsverkiezingen afgetekend met 23,5 procent van de stemmen. Daarmee nam de partij 37 van de 150 beschikbare zetels in. Zo werd de VVD van Mark Rutte voor het eerst in 13 jaar niet de grootste partij. Dat resultaat is te danken aan de jonge Nederlanders. Uit een enquête bij middelbare schoolstudenten bleek zijn partij het populairst te zijn:15 procent zou een voorkeur voor Wilders’ PVV hebben. Uit die ‘scholierenverkiezing’ bleek eveneens dat het uiterst-rechtse Forum voor Democratie (FVD) de op een na populairste partij is. Drie maanden later proberen de Nederlanders nog steeds een regering te vormen en een premier aan te duiden.
Doet de vlaag van vernieuwing ook België aan
Het mag duidelijk zijn dat de jongeren in onze buurlanden de traditionele politiek beu zijn en daardoor minder en extremer gaan stemmen. Ook in België lijken jongeren die richting in te slaan. De peiling van Hogeschool PXL en TV Limburg van januari dit jaar toonde aan dat Vlaams Belang bijna 27 procent van de jongeren die in 2024 voor het eerst stemmen aan hun kant krijgen, gevolgd door Groen (17,7 procent), Nieuw-Vlaamse Alliantie (N-VA,15,8 procent) en Partij Van de Arbeid (PVDA,13,3 procent). De Vivaldi-partijen trekken, op de Parti Socialiste (PS) over de taalgrens na, niet meer aan. Open VLD (Vlaamse Liberalen en Democraten) blijft volgens de peilingen maar net boven de kiesdrempel. De Vlaamse jongere lijkt meegenomen te worden door de politieke wind die de omringende landen doorkruist.