Kunstenaars krijgen carte blanche in de Brusselse nachtwinkel Chez Madeleine
Eric VanUytven ©
Sigaretten, drank en conceptuele kunst voor alle lagen van de bevolking. In de Brusselse nachtwinkel Chez Madeleine opent kunstenaar Eric VanUytven zijn deuren voor iedereen. Een toevallige voorbijganger kan iets komen kopen, maar kan er ook participeren in een performance. En het project lijkt met de dag te groeien: “Op Oudejaarsavond kregen we driehonderd bezoekers over de vloer, een maand later stond het volk tot aan de overkant van de straat.”
Na een bezoek aan de Belgische kust kreeg kunstenaar Eric VanUytven het idee om een ruimte op te richten waar iedereen met kunst in contact kan komen. “Langs de zeedijk zag ik alle lagen van de bevolking passeren, waardoor ik mij afvroeg waar al die mensen hun cultuur en kunst opzoeken. Vanaf dat moment wou ik een toegankelijke ruimte creëren die een relatie heeft met de heersende kunst- en cultuurmarkt, en ze ook alternatieven aanbiedt.”
In de nachtwinkel Chez Madeleine op het Brusselse Bloemenhofplein zag VanUytven de ideale setting voor zijn project: Night Shop Chez Madeleine. “Een nachtwinkel is een toegankelijke plek waar iedereen wel eens komt. Zo wil ik met mijn project ook een open ruimte aanbieden waar alle drempels wegvallen, waar je gewoon binnenkomt en alles kunt zien of meemaken.”
Eric VanUytven ©
"Ik ben ervan overtuigd dat iedereen die wil binnenkomen hier ook op zijn of haar plaats is. "
Night Shop Chez Madeleine is een samenwerking tussen VanUytven en de oorspronkelijke uitbaters van de nachtwinkel. Terwijl VanUytven het pand als guerilla-galerij gebruikt, blijft de nachtwinkel open voor verkoop. Zo vormen de kunstenaars en bezoekers via spontane performances en tentoonstellingen tussen de winkelrekken een eigen community. In de nachtwinkel heerst een ideologie waarin deze community zich niet afzet van de gevestigde musea en kunstgalerijen, maar hen alternatieven en mogelijkheden op een constructieve manier wil aantonen. Night Shop Chez Madeleine lijkt die ideologie zowel symbolisch als letterlijk uit te drukken: “In de kelder van de nachtwinkel lag een oude kalender met ‘Alimentation Chez Madeleine, 1984’ op. Zoals de meeste kunstinstituten heeft Chez Madeleine dus ook een eigen geschiedenis.” Daarnaast past de ligging van de nachtwinkel volgens VanUytven perfect bij de idee achter het project. “Net tegenover de nachtwinkel ligt de kunstgalerij Office Baroque, waardoor Chez Madeleine ook fysiek een tegenwicht vormt voor de kunstinstituties. Volgens het woordenboek wordt een tegenwicht gecreëerd om tot een evenwicht te komen, en dat is wat ik met Chez Madeleine in de kunstwereld wil bereiken.” Zo hanteert VanUytven een basisprincipe waarbij hij iedereen in de nachtwinkel binnenlaat. “Ik ben ervan overtuigd dat iedereen die wil binnenkomen hier ook op zijn of haar plaats is.”
Rondreizende USB-sticks
"Wij kunstenaars hebben het gebouw niet nodig, het gebouw heeft ons nodig."
Eric VanUytven ©
Sinds de komst van het project kan iedere klant die iets bij Chez Madeleine komt kopen, met kunst in contact komen. Daardoor ontstaat volgens VanUytven een dynamiek tussen de kunstenaar en zijn publiek. “Alles wat in de nachtwinkel gebeurt noem ik een happening, wat een abstracte vorm van een performance is. Als curator moei ik mij niet met het werk van de kunstenaars, het enige wat ik zeg is ‘gebruik de ruimte.’ De nachtwinkel is voor iedereen beschikbaar en alles is mogelijk”, aldus VanUytven. Om kunstenaars te bereiken verspreidde hij uitnodigingen die via vier usb-sticks van Brussel tot in Boedapest werden doorgegeven. “Op de sticks stonden aanwijzingen hoe iemand zich kon inschrijven bij Night Shop Chez Madeleine. Eenmaal ingeschreven mocht de usb-stick doorgegeven worden aan een volgende persoon, maar verdere communicatie over het project was verboden.” Om een evenement bekend te maken schreef VanUytven de datum van een happening op zijn hand, nam daar een foto van en stuurde die vervolgens rond.
Ghost of the Opera
Anderhalf jaar na de oprichting lijkt Night Shop Chez Madeleine een succesformule te zijn. “Op Oudejaarsavond kreeg Chez Madeleine driehonderd bezoekers over de vloer. Een maand later was het opnieuw vollenbak, en stond het volk tot aan de overkant van de straat.” Naarmate het project groeit, begint VanUytven zijn leidinggevende rol los te laten: “Ik heb Night Shop Chez Madeleine gecreëerd, maar gaandeweg is er een collectief ontstaan dat zich het project heeft toegeëigend. De nachtwinkel is een plek waar mensen echt een stem krijgen. Het feit dat wij als burgers bepaalde mogelijkheden creëren en onze plek in de instituten gaan opeisen, vind ik een sterk signaal.” In de toekomst wil VanUytven zijn project volledig loslaten en een onopvallend deel van het collectief worden. “Ik zou als een Ghost of the Opera willen fungeren. Op evenementen kom ik dan onopgemerkt langs, neem foto’s en film wat er gebeurt en dan vertrek ik weer.
Het individu als instituut
Eric VanUytven ©
Madeleine als kunstwerk verplaatsen en reconstrueren in verschillende musea en galerijen. “Stel je voor dat je een museum binnenkomt waar ik de nachtwinkel heb nagebouwd. Daar kun je zoals gewoonlijk een pak sigaretten of een Capri Sun kopen, maar kun je ook installaties, foto’s en videofragmenten van vorige evenementen in de nachtwinkel bekijken.” De bedoeling is om de community van het project in de instituties uit te nodigen, waar dan opnieuw spontane happenings kunnen plaatsvinden. “Omdat Night Shop Chez Madeleine een open platform is, wordt het instituut waarin het zich bevindt, ook toegankelijker.” VanUytven is tegenwoordig niet de enige kunstenaar die het institutionele aspect van de kunstwereld opzijschuift om kunst toegankelijker te maken. Onder de naam Troika werken de Brusselse theaterhuizen KVS, De Munt en Théâtre National sinds kort samen om hun publiek te verbreden. “We zijn te veel verzand in institutionele discussies”, liet de directeur van De Munt Peter De Caluwé in De Morgen weten. “Mensen samenbrengen is belangrijker dan de grenzen van de instituten respecteren.” (De Morgen, 06/03/19). De gevleugelde woorden: “Iedereen is een kunstenaar” van de Duitse beeldhouwer en performer Joseph Beuys, inspireerden VanUytven om met zijn project een eigen motto uit te dragen: “Iedereen is een instituut. Wij kunstenaars hebben het gebouw niet nodig, het gebouw heeft ons nodig.”
Wietse Vergouwe