Openbaar vervoer: kiezen tussen twee sporen
Door Tom Weekers
Openbaar vervoer is van groot belang voor veel eerste stemmers. Dagelijks pendelen menig student en werknemer naar hun les of job. Met amper een rijbewijs op zak is een auto niet altijd mogelijk, betaalbaar of wenselijk en de fietsafstand is nét te groot. Op dat moment ben je afhankelijk van bus, metro, tram of trein om op tijd je bestemming te bereiken.
Fors investeren
Gebruikers van het Vlaamse openbaar vervoer durven hun onvrede wel eens te uiten. Treinen die niet (stipt) rijden, stakingsacties van 48 uur en stijgende prijzen leiden tot stress en kopzorgen. De manier waarop politieke partijen hiermee omgaan, verschilt. Op basis van de sociaal-economische dimensie kunnen kunnen de Vlaamse partijen onderverdeeld worden in twee groepen: de linkse (PVDA, Vooruit, Vlaams Belang en Groen) en rechtse (cd&v, Open VLD en N-VA) partijen.
PVDA (Partij Van De Arbeid) wil een uitgebreider aanbod met nieuwe lijnen en stations, een federaal mobiliteitsbeleid met een nationale vervoersmaatschappij, ’s nachts openbaar vervoer in grootsteden en gratis tickets over het hele net. Ook Vooruit hecht een veel belang aan openbaar vervoer: zij willen het aanbod verruimen met meer treinen en stellen een combiticket voor waarmee je alle vervoersmiddelen voor 7 euro een dag lang kan gebruiken. Vlaams Belang neemt op haar website geen uitgesproken standpunt in over openbaar vervoer, maar heeft in het verleden altijd kritiek geuit wanneer stations sloten en prijzen stegen. Groen streeft vooral een duurzame mobiliteit na, waarin openbaar vervoer centraal staat. De partij wil fors investeren in trein, tram en bus en focust op nachtvervoer in stedelijke regio’s.
Dit zijn allemaal partijen die bereid zijn aanzienlijk te investeren in openbaar vervoer, maar een ander idee hebben over het gebruik ervan. De Vlaamse regeringspartijen die de afgelopen jaren verantwoordelijk waren voor mobiliteit hadden daarentegen een andere mening. Zij verkozen een premie op elektrische wagens boven investeringen in Vlaams openbaar vervoer in 2023.
Cd&v (Christen-Democratisch & Vlaams) communiceert nergens op haar website haar standpunten over openbaar vervoer of mobiliteit. Hechten zij hier wel belang aan? Open VLD (Open Vlaamse Liberalen en Democraten) is vooral bezig met ‘Hoppin’ uit te werken: 1000 mobipunten waarmee je kan overstappen van trein op tram, van bus op (deel)fiets of op een taxi. De liberalen focussen in hun mobiliteitsplan vooral op minder verkeersdoden en vergroening van het autoverkeer door bijvoorbeeld elektrische wagens te stimuleren. Investeren in openbaar vervoer komt niet ter sprake. N-VA (Nieuw-Vlaamse Alliantie) wil dat investeringen in openbaar vervoer beperkt blijven tot dichtbevolkte gebieden met de meeste files. De partij van Bart De Wever wil geen goedkopere tickets, maar wel regionalisering van de spoorwegen.
Afhankelijk van het sociaal-economische standpunt van de Vlaamse partijen verschuift de focus van investeren in openbaar vervoer naar vergroening van het verkeer. Welk spoor neem jij?