Nu de wereld heropend wordt, kan het moeilijk zijn om te kiezen welke hobby’s de herwonnen vrije tijd mogen opvullen. In het landschap van honderd-en-een opties, is paaldansen een opvallende, maar steeds populairdere keuze. Toch hangen er nog stereotypen vast aan de sport. Maar volgens ervaren paaldansers mag dat nieuwsgierigen niet tegenhouden om ermee te beginnen: “Iedereen kan paaldansen, als je er maar goesting in hebt. ”
“De choreografie is gelukt!” Het is woensdagavond en Leoni komt dolenthousiast de dansstudio binnengelopen. Iets later volgt haar man Tim met een brede glimlach op zijn gezicht. Beiden zijn gekleed in een typische sportoutfit, bestaande uit een legging en een luchtig T-shirt. De gigantische spiegel die een lange zijde van de rechthoekige zaal bekleedt, is herkenbaar voor iedereen die ooit danslessen volgde. De andere zijde van de ruimte bestaat uit drie grote ramen waardoor een laatste streepje daglicht binnenkomt. In combinatie met de hoge plafonds, parketvloer en overvloed aan hangplantjes, heeft het iets weg van een hippe loft in New York. Aan de zijkant liggen sportmatjes en handdoeken. Het enige verschil met een klassieke dansstudio, is dat er in de zaal zes grote, metalen palen verspreid staan. En dat de ervaren dansers na de opwarming hun lange broek en T-shirt gewoonlijk inruilen voor een korte short en minuscuul topje. Niet alleen omdat blote huid nodig is om grip te hebben op de paal, maar ook omdat het de dansers zelfvertrouwen geeft.
Toen Tine op zoek ging naar een gebouw voor haar eigen paaldansstudio noXcuse, waren hoge plafonds en veel licht essentieel om een warme en open sfeer te creëren.
Paaldansmicrobe
Leoni en Tim zijn een Gents koppel dat al vijf jaar samen paaldanst. Toen ze recent trouwden, beslisten ze hun openingsdans aan de paal te doen. De gasten waren hier zo over in de wolken, dat ze de dans later dit jaar ook aan het grote publiek willen tonen tijdens een optreden van de studio. Beetje bij beetje proberen ze de paaldansmicrobe door te geven aan iedereen die ervoor openstaat. En dat blijken heel wat mensen te zijn: paaldansen verovert niet enkel in sneltempo de vriendenkring van Leoni en Tim, maar ook de rest van België. Dat bevestigt ook Tine Poullet, viervoudig Belgisch paaldanskampioene en oprichtster van de Gentse paaldansstudio noXcuse: “Ik heb de sport sterk zien groeien. Toen ik er meer dan twaalf jaar geleden mee begon, moesten de lessenreeksen soms stilgelegd worden omdat er niet genoeg inschrijvingen waren. Nu heb ik van paaldans mijn voltijds beroep kunnen maken. Bovendien zijn er tegenwoordig twee internationale federaties en steeds meer deelnemers op de wereldkampioenschappen.”
Het is dankzij de langdurige campagne van een van die twee federaties dat de Global Association of International Sports Federations (GAISF) paaldansen in 2017 erkende als sport. Sindsdien droomt de federatie zelfs van een olympische erkenning. Toch zal de weg daarnaartoe hobbelig zijn: niet alleen bestaan er strenge regels om een olympische sport te worden, er zijn ook nog sterke verschillen tussen landen in de mate van erkenning. Zo bestaat er in België nog geen nationale paaldansfederatie, terwijl die er in buurlanden zoals Nederland wel is. Ook de heersende opvattingen van de maatschappij maken dat paaldansen in een voortdurende strijd voor erkenning verwikkeld is. “Als je als meisje aan nieuwe mensen vertelt dat je paaldanst, reageren de mannen nog vaak met een knipoog”, getuigt Leoni. “Dan weet je waar hun hoofd zit. Maar als ik hen dan mijn paaldansfilmpjes toon, geven ze al snel toe dat het een straffere sport is dan ze dachten.”
Exotic
Hoewel Tine zelf niet vaak zulke confrontaties meemaakt, komt dat volgens haar vooral omdat ze met haar ervaring als Belgisch kampioene zulke opmerkingen meteen irrelevant kan maken. Maar ze beseft dat voor dansers buiten haar positie de kaarten anders liggen. Zo ook voor Jade Bernauw, een Brusselse studente die twee maanden geleden begonnen is met paaldansen: “Als ik aan mannelijke vrienden zeg dat ik paaldans, geven sommigen meteen de opmerking dat ze zich dat graag voorstellen. Ik snap wel dat mensen het een sexy dans vinden, maar dat objectiveren is onnodig.” Door de ongepaste reacties krijgt Jade het gevoel dat ze moet verantwoorden waarom ze de sport doet: “Ik begin dan vaak over het feit dat het een goede sport is die al je spieren traint. Terwijl ik het voor mezelf ook gewoon fijn vind dat dat sensuele daar inzit.”
Paaldansers benadrukken wel vaker het sportieve aspect van hun discipline om serieus genomen te worden. Zo is er een hele gemeenschap die niet spreekt over paaldansen, maar ‘paalfitness’. Op die manier nemen ze afstand van de stripperscultuur waaruit de sport oorspronkelijk ontstond. Tine distantieert zich daar bewust niet van: “Paaldansen kent een dubbele geschiedenis: het komt zowel voort uit de circuswereld en de Indische sport Mallakhamb, als uit stripclubs. Zonder hen zouden wij hier niet geweest zijn. Ik ben daar trots op.” Ook Gabriela, medeoprichtster van de Gentse studio Pole Arena, meent dat de oorspronkelijke stripperscultuur gerespecteerd moet worden. In de loop van haar carrière is zij zich steeds meer gaan richten op exotic pole, ofwel de vorm van paaldansen waarbij men op hoge strippershakken een vloeiende choreografie uitvoert. Sensuele bewegingen staan daarbij centraal. “Dat doen we niet voor andere mensen”, benadrukt Gabriela, “maar puur voor onszelf.”
Blauwe plekken
Desalniettemin zijn alle paaldansers het erover eens dat de uiteindelijke voordelen van de sport de nadelen ruimschoots overtreffen. Hoe langer iemand de sport beoefent, hoe meer zelfvertrouwen die persoon bijvoorbeeld zal opbouwen. “Paaldansen kan best confronterend zijn, zeker omdat je weinig kleren aanhebt”, zegt Tine al wijzend naar de enorme spiegel in de zaal. “Maar dat is het voor iedereen. Als er dan een beweging lukt, ben je vooral trots dat je lichaam dat zonet heeft kunnen doen.” Leoni vult even later verder aan: “Niemand kan iets vanaf de eerste keer. Als het dan toch lukt, applaudisseert of juicht de hele klas vaak mee.” De meeste paaldansstudio’s creëren dat groepsgevoel bewust. Door met vaste groepen te werken, hopen ze dat iedereen elkaar leert te vertrouwen. Naast vertrouwen, draagt de paaldansgemeenschap ook openheid hoog in het vaandel. Hoewel vrouwen vooralsnog in de meerderheid zijn, zijn mannen en non-binaire personen er meer dan welkom.
Wie dat alles fantastisch vindt klinken maar vreest niet sterk of lenig genoeg te zijn, niet getreurd: “Paaldansen kan iedereen leren”, aldus Tine. “Er is geen enkele voorkennis of vaardigheid vereist. Je moet er alleen maar veel goesting in hebben.” De meeste paaldansstudio’s organiseren aan het begin van elk semester proeflessen. Nadien volgen er beginnerslessen, waarin basisdraaien en zithoudingen aan bod komen. Hoe snel iemand het traject tot aan de gevorderde lessen doorloopt, is volledig afhankelijk van hoe vaak iemand wil of kan trainen. Het belangrijkste daarbij is, opnieuw, vooral te doen wat goed voelt. “En misschien ook wel open te staan voor de blauwe plekken en pijn die je in het begin gaat hebben”, concludeert Tim lachend. Wie volhoudt, vindt niet alleen een nieuwe hobby, maar ook een verwelkomende gemeenschap om al sportend de heersende maatschappelijke stereotypen mee uit te dagen.
Geschreven door Kelly Van Droogenbroeck