“In de gevangenis heb je een nummer, dat hebben wij zelfs niet”
“Dekens en matrassen bezaaien de koude grond van de Begijnhofkerk.” © Fabienne Pennewaert
Sinds 30 januari bezet een collectief van mensen zonder verblijfsvergunning de Brusselse Begijnhofkerk aan het Sint-Katelijneplein. Ze verblijven er om een signaal te geven aan de federale overheid en zo het debat over regularisatie opnieuw te doen oplaaien.
“Spreek zodat ik u kan zien”, zei de Griekse filosoof Socrates eeuwen geleden al tegen een van zijn discussiepartners. “Net zoals Socrates laten we hier in de Begijnhofkerk van ons horen zodat de politiek ons eindelijk zou zien”, vertelt Ahmed Manar. Ahmed is een Marokkaanse man van latere leeftijd en woont sinds 2012 in België, zonder papieren weliswaar. Samen met ongeveer tweehonderd anderen verblijft hij sinds 30 januari in de Begijnhofkerk achter het Sint-Katelijneplein. “We hebben alles laten vallen om hier te komen vechten voor ons gezamenlijk doel: regularisatie. Pas als we dat bereiken, kunnen we na zoveel jaar eindelijk een waardig leven leiden, net zoals de rest van de Belgen.”
AHMED MANAR: “WE ZIJN HET BEU OM IN DE SCHADUW TE LEVEN.”
Ondertussen bezet het collectief al voor de vierde week de Begijnhofkerk. Met de vreedzame “bezetting” willen de sans-papiers hun waardigheid opnieuw claimen. “Wij zijn nog altijd mensen, hoelang kunnen we deze ellende volhouden?”, vraagt Nezha Alouah, een van de vrouwen die meedoet aan de actie. Ze hopen op een overleg met de overheid over het recht op werk en toegang tot de gezondheidszorg.
De groep sans-papiers bestaat uit mannen en vrouwen van verschillende leeftijden en nationaliteiten. Ook enkele kinderen maken deel uit van het collectief. Bij het begin was er zelfs een moeder met een baby van amper acht maanden. “Sommigen onder ons wachten al meer dan twintig jaar op papieren. We zijn het beu om in de schaduw te leven”, aldus Ahmed.
“Nezha Alouah samen met andere manifestanten op het plein voor de Begijnhofkerk.” © Fabienne Pennewaert
Moderne slavernij
In de kerk heerst een opgewekte sfeer. Verschillende talen klinken er door elkaar. De volledige middenbeuk is bezaaid met luchtmatrassen, kleurrijke dekens en hier en daar een tentje. De maximumcapaciteit van de kerk is al even bereikt. “We kunnen geen mensen meer aanvaarden, we moeten rekening houden met de huidige pandemie.” Toch laat het collectief zich niet afschrikken door het coronavirus. Integendeel, deze actie is groter dan de pogingen die ze eerder ondernamen om hun stem te doen klinken. “We moeten wel. Het virus is voor velen de druppel die de emmer doet overlopen, we trekken dit niet meer”, vertelt S.L., een Marokkaanse dame die al vijf jaar in België woont.
Ahmed is met enkele vrienden aan de grote centrale tafel verwikkeld in een discussie. “Dit is een moderne vorm van slavernij. Sommigen hier werken voor een schamel loon van twee euro per uur, in het zwart natuurlijk. We doen dit om onze huur te betalen en om onze kinderen te voeden. Toch hangt er een label van profiteur op ons voorhoofd”, zegt Ahmed. “Ik ben te trots om geld te aanvaarden van de staat; ik wil mijn eigen brood verdienen.” De man neemt een slok van zijn dampende kop koffie. “We hebben het potentieel en talent."
MOHAMMED (28): “WANNEER WORD IK EINDELIJK WAKKER UIT DEZE NACHTMERRIE?”
De 28-jarige Mohammed sluit zich net zoals enkele andere nieuwsgierige jongeren aan bij het gesprek. De toon van de discussie laait al snel op en de wanhoop doorklinkt in hun stemmen. “In de gevangenis heb je een nummer, dat hebben wij zelfs niet. Hoe moeten we zo overleven?”, vraagt Mohammed. “Wanneer ik ‘s avonds ga slapen, staar ik in het donker naar het hoge plafond van de kerk. Duistere gedachten houden me dan uit mijn slaap. Tot wanneer kan ik dit nog volhouden? Wanneer word ik eindelijk wakker uit deze nachtmerrie?”
Zijn vrienden herkennen dat gevoel. Gelukkig ventileren ze hun bezorgdheden op tijd. “Als je dat niet doet, vreet het je vanbinnen op. We hebben veel aan elkaar.”
Eerlijke media als bondgenoten
Iets verder, in de rechterzijbeuk van de kerk, bakenen opgehangen dekens en grote doeken het vrouwengedeelte af. Jonge meisjes en ietwat oudere vrouwen zitten samen rustig te keuvelen voor hun tentjes. Onder het altaar van de kapel ligt wat speelgoed. Twee Pakistaanse meisjes, beiden niet ouder dan vijf jaar, achtervolgen elkaar op fietsjes. Ze dragen meerdere truien en een dikke jas. De kilte van de kerk kan hun niet deren.
© Fabienne Pennewaert
In het vrouwendepartement verblijft ook Amine, een zestienjarige student, die liever niet met achternaam wordt genoemd. “Mijn vrienden op school weten niet dat ik een sans-papiers ben. Ik vertel het hen niet uit angst dat ze anders over me zouden denken.” In een schriftje noteert hij ijverig de getuigenissen van de mensen in de Begijnhofkerk. Zijn eigen verhaal? Op 11-jarige leeftijd vluchtte hij met zijn moeder uit Marokko. “Mijn moeder werd door haar ex-man mishandeld. Hij pakte haar geld af en dreigde ermee dat hij mij zou vermoorden. Niemand hielp ons, niet de familie, niet de buren, niemand. We stonden er helemaal alleen voor. Op een avond nam mijn moeder me mee en lieten we Marokko definitief achter ons.”
AMINE (16): “EENDRACHT MAAKT MACHT”
Amine en zijn moeder wonen ondertussen al twee jaar in België. Ze slaagden er nog niet in om een verblijfsvergunning te krijgen. “Mijn moeder en ik contacteerden een advocaat aan wie we ons dossier vertrouwden. We volgden netjes de procedure en staafden ons dossier met foto’s, getuigenissen en ander bewijsmateriaal.” De tiener laat een tiental cm tussen zijn handpalmen om de omvang van de map met bewijs te tonen. “Toch heeft het niet mogen baten. We kregen een negatief antwoord en de advocaat zei dat hij ons niet meer kon helpen. Dit heeft ons 1200 euro gekost en nu staan we nog nergens.”
Ondanks alle tegenslagen blijft Amine optimistisch. “Iemand zei ooit ‘Eendracht maakt macht’”. “Daar geloof ik in”, zegt de jongen lachend, verwijzend naar de Belgische wapenspreuk. Ook bij de andere manifestanten klinkt hoop. “We hebben een kwart van ons leven gespendeerd aan deze strijd. We moeten erin blijven geloven”, zegt Ahmed. S.L. valt hem bij: “We blijven onze oorlog voeren, dat is het ondertussen wel echt geworden. Maar we rekenen op het bondgenootschap van eerlijke media.”
Bezetting VUB
Omdat de Begijnhofkerk te klein werd voor het aantal actievoerders, verplaatste onlangs een deel zich naar de Franstalige Université Libre de Bruxelles (ULB) en haar Nederlandstalige zusterinstitutie de Vrije Universiteit Brussel (VUB). Op vrijdag 19 februari bezette een delegatie van het collectief de eetzaal op de campus Etterbeek van de VUB. Een veertigtal personen proberen door deze zichtbaarheidsactie de druk op de federale regering op te voeren.
“De eetzaal van de VUB waar sinds vrijdag 19 februari een deel van het collectief actie voert.” © Myrthe Timmermans
Bij de actie aan de VUB, was ook Maxime Mach aanwezig. Hij studeert Social Sciences aan de VUB en koos ervoor om zijn steun te komen betuigen. “Dit is een politiek geladen debat, maar ik denk niet dat de universiteit zich hiervan moet weerhouden. Onze rector Caroline Pauwels kan als publiek figuur een grote rol spelen in deze discussie.” Ook studenten gebruiken volgens Maxime best hun stem om de problematiek aan te kaarten. “Van je laten horen en dat rebelse kantje zijn wel eigen aan VUB-studenten”, aldus Maxime.
Stemloos schreeuwen
De groep sans-papiers betreuren unaniem het beeld van hen dat in de publieke opinie bestaat. “We zijn geen criminelen of oproerkraaiers. We zijn hardwerkende Belgische burgers, net zoals jullie, enkel onze papieren ontbreken.” Volgens de bezetters van de kerk en de universiteiten zijn ook bevoegde politici niet op de hoogte van hun situatie. “Het is spijtig dat de mensen die over ons moeten beslissen ons niet kennen en dat we zelf stemloos blijven”, zegt Ahmed.
Na de Begijnhofkerk en de twee universiteiten volgen nog andere locaties, verzekeren de actievoerders. De bezetting is een kreet van wanhoop, een kreet om gehoord en gezien te worden. Een kreet om een legale plaats in de maatschappij.
© Fabienne Pennewaert
Myrthe Timmermans