Waar waren de inzamelacties voor Afghanen?
Opeens was het oorlog. Op 24 februari viel Rusland Oekraïne binnen en van de ene op de andere dag was het Europese continent niet meer oorlogsvrij. Sindsdien worden we overstelpt met beelden uit Oekraïne. Of we nu onze televisie aanzetten, de krant openslaan of onze favoriete socialemedia-app openen, overal zien we de oorlog.
Met de oorlog kwamen ook honderden, dan niet duizenden, solidariteitsacties op gang. Ieders buurvrouw lijkt wel spullen in te zamelen om in Polen af te zetten tijdens haar jaarlijkse vakantie. Zelfs de meest verwoede Vlaams Belangers hebben een plekje vrij in huis voor een vluchteling. Ik verslikte me bijna in mijn koffie toen ik hoorde dat de beste vriendin van mijn moeder, één van de hevigste zwart-gele leeuwen die ik ooit ben tegengekomen, zich bij de gemeente had aangemeld met een #plekvrij. Via een livebenefiet, die werd uitgezonden door elk Vlaams televisiestation, zamelden we meer dan 17 miljoen euro in voor zeven humanitaire NGO’s. Iedereen zet zich in voor Oekraïne, en terecht: Oekraïners verdienen al die hulp.
Toch voelt het erg dubbel aan. Op het eerste zicht is het hartverwarmend. Ik zou bijna geloven dat de meeste mensen inderdaad deugen: mensen helpen andere mensen wanneer ze het nodig hebben. Politieke overtuigingen worden aan de kant gezet om een stevige frontlinie te vormen tegen de oorlog en de slachtoffers ervan te beschermen. Eén voor allen en allen tegen Rusland.
Maar er wringt iets. Het lijkt alsof dit de eerste keer is sinds 1945 dat we geconfronteerd worden met oorlogsbeelden. Voor jongere generaties, mezelf inbegrepen, is het de eerste keer dat er een oorlog op Europees grondgebied plaatsvindt, maar de laatste oorlog is voor ons niet zo lang geleden. Zo vonden bijvoorbeeld in de jaren 90 de Balkanoorlogen plaats. Ook oudere generaties lijken die vergeten te zijn. Oekraïne is de eerste oorlog sinds 1945 en Poetin is Hitler.
De Balkanoorlogen zijn trouwens geen uitzondering. De wereld heeft eigenlijk geen enkel moment vrede gekend in de recente geschiedenis. Vietnam, Korea, Palestina, Libië, Irak, Afghanistan, Somalië, Syrië, Jemen, Ethiopië,… de lijst kan blijven doorgaan. Ik geef toe, die oorlogen zijn verder weg dan Oekraïne, maar daarom niet minder dodelijk. Voor die vluchtelingen was er bij ons nooit een #plekjevrij, in tegendeel. We wilden ze zo ver mogelijk bij ons vandaan houden: opvang in eigen regio was het uitgangspunt, en dat ze daar hun plan maar trekken.
Sinds ik me kan herinneren komen er beelden van een of andere oorlog op televisie. We kunnen ze al twintig jaar zo goed als live meevolgen: bombardementen in Afghanistan, Syrië of Irak, uitgehongerde kinderen in Jemen of met bloed besmeurde straatstenen in Palestina. Ik kan het me allemaal herinneren, ik zie het al mijn leven lang. Maar die immense solidariteit van de afgelopen maand, heb ik nog nooit gezien. En dan vraag ik me toch af: Waar waren de inzamelacties voor Afghanen? De slaapplaatsen voor Syriërs? Mensen die op reis gingen naar Israël en daar dan maar spullen doneerden aan Palestijnen die in oorlogsgebied leven? Waar was onze solidariteit toen? En waar is ze nu voor al die Jemenieten en Ethiopiërs die momenteel ook in oorlog leven?
Het hoeft zelfs niet om oorlog te gaan. Waar was de samenwerking tussen de Vlaamse tv-zenders om geld in te zamelen voor de slachtoffers van de overstromingen in Wallonië vorige zomer? Sommige van onze landgenoten leven nog steeds in barre omstandigheden, omdat ze die ramp moeilijk te boven kunnen komen. Ook voor hen waren er geen plekjes vrij in Vlaamse huizen.
Het steekt om te zien hoe selectief we zijn met onze solidariteit. Een gevluchte Oekraïner is belangrijker dan een gevluchte Syriër of een Waal wiens huis werd vernield door een overstroming. Waarom? Dat weet niemand. Ik kan maar één conclusie trekken: de meeste mensen deugen, als het hun goed uitkomt.
Geschreven door Linde Schots