Promofoto voor het reuzenweekend ©vzw De Reuzen Borgerhout
Het afgelopen jaar doken er in België en ver daarbuiten nieuwe tradities op. We klapten steevast elke avond om acht uur ‘s avonds voor de zorg, hingen witte lakens buiten en verstopten knuffelbeertjes tussen de gordijnen. Vrijwilligers en erfgoedorganisaties probeerden het voorbije jaar niet alleen het bestaande immaterieel erfgoed in leven te houden, maar ook het nieuwe erfgoed te documenteren. Jorijn Neyrinck, coördinator bij Werkplaats Immaterieel Erfgoed, Frea Vancraeynest, stafmedewerker van Histories en Stef Lauwers, organisator van de reuzenstoet in Borgerhout vertellen over het afgelopen jaar en kijken voorzichtig naar de toekomst. “We willen de hedendaagse situatie verwerken in ons verhaal.”
Analyse - Cultuur
Woorden als monumentenzorg en erfgoed doen waarschijnlijk wel een belletje rinkelen. De term ‘immaterieel erfgoed’ is daarentegen minder algemeen gekend. De andere benaming, ‘levend erfgoed’ of ‘living heritage’ wordt dan weer vaak geassocieerd met beschermde dierenrassen. Jorijn Neyrinck legt uit: “Immaterieel erfgoed omvat tradities, kennis en praktijken die door mensen belichaamd en doorgegeven worden van generatie op generatie. Het gaat dan over de inhoud die een groep mensen belangrijk genoeg vindt om mee te nemen naar de toekomst. Voor immaterieel erfgoed zorgen, betekent niet dat we dingen stilleggen en onder een stolp plaatsen. Maar we stellen ons wel de vraag hoe we zorg kunnen dragen voor die tradities en ze kunnen overdragen naar de toekomst”, vervolgt Neyrinck.
Neyrinck is coördinator van Werkplaats Immaterieel Erfgoed. Zij staan in voor de zorg van immaterieel erfgoed en vormen een brug tussen de overheid en de bredere samenleving. Immaterieel erfgoed is een relatief nieuw begrip. Heel lang keken erfgoedorganisaties enkel naar onroerend erfgoed, zoals monumenten en landschappen, en naar cultureel erfgoed, zoals musea en archieven. Daar komt stilaan verandering in, zegt Neyrinck: “Dat immateriële is iets van de afgelopen vijftien jaar. Wij zoeken in België, als lidstaat van UNESCO, mee naar een manier waarop dat nieuwe beleid vorm kan krijgen.”
Andere tijden, andere aanpak
De erfgoedsector heeft zich het voorbije jaar moeten heruitvinden. Stoeten, processies of andere grote evenementen konden niet meer doorgaan, vrijwilligers mochten niet meer in grote groepen fysiek samenkomen en de dagelijkse werking van veel verenigingen viel weg.
“Ook erfgoedverenigingen konden hun activiteiten niet meer laten doorgaan, maar daar hoor je in de media veel minder over.”
Ook voor Histories, een organisatie die het aanspreekpunt wil zijn voor erfgoedvrijwilligers met interesse in familiegeschiedenis, lokaal erfgoed of immaterieel erfgoed, zorgde de coronacrisis voor een alternatieve aanpak. “Corona was intens. Bij Histories hebben wij aan het begin van de crisis echt even moeten nadenken over onze aanpak”, Frea Vancraeynest, een medewerker van de organisatie, houdt zich voornamelijk bezig met de ondersteuning van immaterieel erfgoedverenigingen. “Ik werk meestal met een iets ouder doelpubliek waardoor ik gewoonlijk altijd ter plaatse de vrijwilligers ging helpen. Onze eerste stap vorig jaar was dan ook om hen wegwijs te maken met digitale platformen zodat zij op die manier konden communiceren.”
In de media verschenen er het afgelopen jaar heel wat reportages en artikels over hoe grote festivals of theatervoorstellingen niet meer konden doorgaan. “Ook erfgoedverenigingen konden hun activiteiten niet meer laten doorgaan, maar daar hoorde je in de media veel minder over. Als organisatie hebben we enerzijds erfgoedvrijwilligers via onze website een platform gegeven om hun verhaal te doen”, zegt Vancraeynest. “Anderzijds wilden we hen ook een signaal geven dat corona niet per se betekende dat alles stopgezet moest worden, maar dat erfgoedmedewerkers ook alternatieve activiteiten konden organiseren om met hun erfgoed naar buiten te komen.” Ook Neyrinck geeft aan dat de pandemie grote gevolgen heeft voor de erfgoedsector: “Het is zeker zo dat corona tot op de dag van vandaag heel veel tradities belemmert, want die vergen meestal een jaar lang voorbereiding. Het zijn vooral de sociale tradities die nu wegvallen.”
“Als de mensen niet naar onze ‘Reuskens’ kunnen komen kijken, brengen wij de ‘Reuskens’ naar de mensen.”
Een van de verenigingen die ondanks de crisis zeker niet bij de pakken bleef zitten, is vzw De Reuzen in Borgerhout. De vzw zet zich in om het reuzenerfgoed in Borgerhout in leven te houden. Elk jaar organiseren vrijwilligers een grote reuzenstoet met de vier Borgerhoutse ‘Reuskens’. Volgens de legende is het idee van die kleine reuzen ontstaan toen Borgerhout zich afscheidde van Deurne en een eigen reuzenstoet wou tegenover die van de grootstad Antwerpen.
Stef Lauwers, een van de organisatoren van de reuzenstoet, vertelt over het coronaproof idee van de vzw: “Onze stoet vindt jaarlijks plaats in september en brengt meestal een massa volk op de been. Vorig jaar in april bleek al snel dat onze stoet niet zou kunnen doorgaan. We zijn dan beginnen nadenken over wat wel mogelijk was, want niets doen vonden we een beetje triestig. Vanuit het idee ‘als de mensen niet naar onze ‘Reuskens’ kunnen komen, brengen wij de ‘Reuskens’ naar de mensen’, hebben we er uiteindelijk voor gekozen om met onze vier reuzen door heel Borgerhout te trekken.” Om een grote mensenmassa te vermijden, maakte de vzw er een ‘reuzenweekend’ van in plaats van één grote stoet. “Doordat we zelf naar verschillende pleinen en wijken trokken, was er overal veel minder volk en konden mensen de reuzen ook zien vanuit hun raam”, geeft Lauwers aan.
Reus die banner uithangt als steun voor de zorg ©vzw De Reuzen Borgerhout
Erfgoed in beweging
De alternatieve aanpak van erfgoedgemeenschappen zorgde ook voor een nieuwe kijk naar immaterieel erfgoed. “Erfgoedvrijwilligers hebben laten zien dat ze veel flexibeler en creatiever zijn dan dat ze in eerste instantie verwacht hadden. Dat is toch wel een positieve boodschap die hopelijk ook in de toekomst overeind zal blijven. De crisis heeft aangetoond dat we niet krampachtig moeten vasthouden aan een traditionele blik. We kunnen ons erfgoed vieren en beleven op allerlei manieren. Tradities zijn nu eenmaal dynamisch en zijn dus voortdurend in beweging”, aldus Vancraeynest.
Stef Lauwers geeft ook aan dat zijn vzw het voorbije jaar veel geleerd heeft. “Al jaren volgde onze stoet dezelfde route. Doordat we die in september volledig hebben herbekeken, zijn we tot de conclusie gekomen dat er toch nog buurten in Borgerhout waren die onze ‘Reuskens’ niet kenden. Dankzij ons ‘Reuzenweekend’ hebben we die nu wel ontdekt en daardoor nog meer mensen bereikt aan wie het reuzenverhaal konden vertellen.”
Daarnaast is de vereniging momenteel bezig met een nieuw project zodat nog meer mensen kunnen kennismaken met het reuzenerfgoed in Borgerhout. “Normaal gaan we ieder jaar langs in verschillende scholen zodat ook kinderen het verhaal van de ‘Reuskens’ leren kennen. Het voorbije jaar was een bezoek aan de scholen niet mogelijk, maar ter vervanging hebben we een soort luisterverhaal over de reuzen gemaakt in de vorm van een podcast. Er zijn ook bekende acteurs die ons daarbij ondersteunden, zoals Pieter Embrechts en Michaël Pas. Momenteel werken we het verhaal nog af, maar de bedoeling is dat iedereen de podcast tegen eind april of begin mei kan beluisteren.” Lauwers geeft daarbij aan dat vzw Reuzenstoet nu al nadenkt over hoe ze ook in de toekomst het reuzenerfgoed op nieuwe manieren in leven kunnen blijven houden.
De overgang naar immaterieel erfgoed
“In strikte zin vallen die nieuwe tradities niet onder de term immaterieel erfgoed, omdat het nog geen tradities zijn die van de ene generatie op de andere zijn doorgegeven.”
Typerend aan immaterieel erfgoed is dat het enerzijds tradities of gewoontes uit het verleden overdraagt naar nieuwe generaties, maar anderzijds ook laat zien hoe tradities zich vertalen in de hedendaagse maatschappij. Dat is het voorbije jaar maar al te goed gebleken. Zo droegen de vier Borgerhoutse ‘Reuskens’ in september allemaal een mondmasker. “Elk jaar proberen we de hedendaagse situatie toch te verwerken in ons erfgoed. Dit jaar konden mondmaskers dus niet ontbreken. Daarnaast hebben we, in samenwerking met het District Borgerhout, onze reuzen ook meer in het straatbeeld gebracht. We lieten onze ‘Reuskens’ bijvoorbeeld postkaarten schrijven naar bewoners uit woonzorgcentra of lieten ze spandoeken uithangen om de zorg een hart onder de riem te steken”, aldus Lauwers.
De vier Reuskens met mondmasker tijdens reuzenweekend ©vzw De Reuzen Borgerhout
Voor Neyrinck is het moeilijk inschatten of de nieuwe tradities, zoals beertjes voor het raam en het klappen voor de zorg, ook echt officieel immaterieel erfgoed zullen worden. “In strikte zin vallen die nieuwe tradities niet onder de term ‘immaterieel erfgoed’, omdat het nog geen tradities zijn die van de ene generatie op de andere zijn doorgegeven. We zien wel dat die tradities een grote verbindingskracht hebben gehad en inspeelden op een heel specifieke nood van de bevolking. Als die nood wegvalt, kan het dus zeker dat die traditie stilaan een herinnering zal worden. Maar dat is moeilijk in te schatten, misschien ontstaan ze wel in een nieuwe vorm.”
Het belang van documentatie
UNESCO roept op om het immaterieel cultureel erfgoed dat opgebouwd werd tijdens de pandemie, te documenteren. Histories deed dat ook. Vancraeynest vertelt: “Het is belangrijk om nieuwe praktijken die opdoken tijdens de coronacrisis te verzamelen en bij te houden. Corona beheerst al een jaar lang ons leven, dus het zou erg zijn om dat als erfgoedverenigingen te negeren”. Histories zorgde ervoor dat vrijwilligers die nu hun normale taak niet meer konden uitvoeren, konden helpen bij de documentatie. Die vrijwilligers documenteerden onder andere de berenjacht voor kleuters of vulden de databases aan. In het begin kwamen er veel aanmeldingen van vrijwilligers. “Maar iedereen went aan alles, dus ook aan corona. En dan zijn de aanmeldingen toch wel gestopt”, vervolgt Vancraeynest. Ook Werkplaats Immaterieel Erfgoed probeert te documenteren. “We nemen proactief de rol op om in kaart te brengen welk immaterieel erfgoed er allemaal is in Vlaanderen. We willen dat erfgoed op zo’n divers mogelijke manier zijn ingang vindt in de samenleving”, zegt Neyrinck.
Documenteren gebeurt niet zomaar. Jorijn Neyrinck ziet het als zijn taak om immaterieel erfgoed bevattelijker te maken voor zoveel mogelijk mensen. “We leven in een enorm diverse samenleving. We documenteren dus ook de hybride vormen van immaterieel erfgoed tussen verschillende groepen mensen, dat zijn misschien wel de tradities van de toekomst.”
door Frauke Goovaerts & Hannelore De Raeve